Een eilandtour met een kick: Rondreis Rügen

Worden de binnenwateren tussen het vasteland en Rügen als gemakkelijk beschouwd en daarom dus geschikt voor beginners, omdat ze tegen de open Oostzee beschermd zijn? Of moet men beschikken over speciale nautische vaardigheden en navigatiekennis omdat er in de omgeving veel zeemarkeringen, smalle vaargeulen, ondiepe aanvaarroutes en kleine minihavens te vinden zijn? Zoals altijd heeft het verhaal twee kanten. Door de bedekking van de nabijgelegen landmassa's en de overwegend kalme zee is het zelfs bij veel wind mogelijk om een veilige etappe af te leggen. Maar de soms zeer smalle vaargeulen, de ondiepe gedeeltes net buiten de boeienlijn en de verwarrende knooppunten die gemarkeerd zijn met een zee van rode en groene boeien, vereisen veel meer aandacht. En pas op voor harde wind: in de Strelasund en in de nauwe doorgangen naar de Oostzee, moet u rekening houden met de stromingen.

In de nauwe zeearmen tussen het vasteland, Hiddensee en Rügen, waar smalle kanalen langs ondiepe gedeelten zigzaggen, is voorzichtigheid geboden.

Waar het aan de ene kant van het eiland vooral belangrijk is om niet vast te lopen, biedt de buitenste kust aan de andere kant van het eiland volop gelegenheid tot zeilen. Daar overheersen vaak de westen- en noordwestenwind, die ideaal is voor een rondvaart in de richting van de wijzers van de klok. De hele oostkant van het eiland is dan namelijk een goed beschutte benedenwindse kust.

Het eiland Rügen biedt over een afstand van honderd zeemijlen bijna twee dozijn aanlegplaatsen. Langs de kust van het vasteland en op Hiddensee liggen er nog een tiental andere, maar ook in het naburige Peenestrom en in de Saaler en Barther Bodden vindt u als u wilt nog heel wat meer aanlegmogelijkheden.

De grote en centraal gelegen stadshavens, zoals die in Stralsund, vormen net zo goed een onderdeel van het landschap als de moderne jachthavens in Lauterbach, Kröslin of Gustow. Daarentegen verlenen de havens van Altefähr, Kloster op Hiddensee of Lohme aan de buitenste kust het gebied een familiair tintje. Plaatsen als Puddemin, Seedorf, Waase of Baabe worden gekenmerkt door het schilderachtige beeld van de natuurlijke aanlegplaatsen op Rügen, omgeven door met riet begroeide oevers, moerassige weiden, bossen en mooie huizen met rieten daken. Maar er is wel één ding dat u moet weten: de havens op het eiland zijn zeer ongelijk verdeeld, aan de buitenste kust zijn er slechts drie.

Het maakt niet uit of u een eigenaar bent of een charterzeiler: als u een week de tijd heeft, kunt u zonder problemen rond het eiland Rügen zeilen. Afhankelijk van de geplande omwegen is het eilandcircuit 100 tot 120 zeemijlen lang, een ideale afstand voor een week! Alleen wie die dieper de Jasmunder Bodden in wil varen naar Ralswiek heeft ongeveer 40 zeemijlen meer op het log.

In de Bodden en Sunden kunt u om de paar zeemijlen wel ergens aanleggen, maar aan de buitenste kust worden de etappes grotendeels bepaald door de drie havens van Glowe, Lohme en Sassnitz. Maar omdat de drie havens dicht bij elkaar liggen, zijn twee van de etappes op deze route minstens 25 zeemijlen lang. Tussen haakjes: voor de oversteek van 50 zeemijl naar het populaire Deense eiland Bornholm zijn deze drie havens prima vertrekpunten.

Om ten volle van Rügen te kunnen genieten, hoeft u echter niet het hele eilandcircuit af te leggen. De meest aantrekkelijke locaties blijven de vele bestemmingen in de Bodden, de zeearmen en fjordachtige inhammen tussen Rügen en het vasteland, maar ook die op Hiddensee, waar menige gezinsbemanning gewoon dagenlang bleef hangen.

Goed om te weten voor de planning: zelfs een groot kieljacht met een diepgang van meer dan twee meter is geschikt om zonder problemen rond het eiland Rügen te varen. Maar veel van de kleine, verborgen en betoverende plekjes zijn gereserveerd voor schepen die het gebied met veel minder diepgang bevaren.